Monday 18 June 2007

http://www.webspawner.com/users/558digitalcamera/index.html


http://www.webspawner.com/users/ipod23444/index.html

http://www.webspawner.com/users/laptop345/index.html

http://www.webspawner.com/users/plasmatv3453/index.html
http://www.webspawner.com/users/cartuning544/index.html

http://www.webspawner.com/users/carnavigation453/index.html

http://www.webspawner.com/users/pda5561233/index.html

http://www.webspawner.com/users/cellphone36333/index.html


Groentetuin
Van Wikipedia
(Doorverwezen vanaf Moestuin)
Ga naar: navigatie, zoek

Moestuin in september
Een groentetuin ook: moestuin of (groenten-)hof genoemd is een tuin waar groenten worden gekweekt voor eigen gebruik.
Een groentetuin is meestal onderdeel van een tuin, waarvan de rest als siertuin is ingericht.
Als groenten worden verbouwd op een akkertje dat niet bij het woonhuis is gelegen, wordt dat vaak een volkstuin genoemd.
Een groentetuin waar beroepsmatige groenteteelt plaatsvindt wordt een tuinderij of tuinbouwbedrijf genoemd.
Tuin
Van Wikipedia
Ga naar: navigatie, zoek

Kasteeltuin in de Portugese stad Castelo Branco
Een tuin is een (afgesloten) stuk grond waar siergewassen, groente en/of kruiden (voor eigen gebruik) worden verbouwd.
Met het ontstaan van de eerste vaste woonplaatsen, verschenen ook de eerste akkertjes. Om vernieling en vraat van dieren en gewassen te voorkomen werd er een dichte, vaak stekelige beplanting, eromheen geplaatst. Omdat in Nederland de wilg, de hazelaar en de meidoorn van nature veel voorkomen, werden deze vaak gebruikt als omheining. Het ging dan om de twee- of driejarige takken daarvan: deze zijn soepel en buigzaam genoeg om ermee te kunnen vlechten. Zo'n omheining noemde men een tuun of een tuin (in het verwante Duits betekent Zaun nog steeds omheining). Later ging de naam van de omsluiting over op het omsloten terrein zelf.
Daarnaast werd er bij de bouw van een klooster ook een ommuurde tuin aangelegd voor de verbouw van o.a. medicinale kruiden.
Hedendaags is de tuin (aldus in Nederland) meestal een door schuttingen afgesloten stuk grond waar men recreëert. De tuincentra doen het anno 2005 zeer goed met het verkopen van siergewassen en tuinmeubels. Er wordt steeds meer geld aan de tuin en aanverwante artikelen uitgegeven. Mensen zien de tuin steeds meer als het verlengde van de huiskamer. In andere landen komt het soms voor dat tuinen niet afgesloten zijn.
In het Westland wordt ook een glastuinbedrijf met het woord tuin aangeduid. Men spreekt daar ook van tuinen als men het bedrijf aan iemand laat zien.

Wednesday 30 May 2007

Kool
Over de geneeskracht van kool zou je een boek kunnen volschrijven. En dat is niet iets van de laatste tijd. Romeinen sleepten altijd karrenvrachten vol kool met zich mee als ze naar het slagveld gingen.....
Koolomslag
De klassieke manier om kool toe te passen is uitwendig in de vorm van koolomslagen. Haal de grote nerf uit het blad en kneus het gewassen en afgedroogde blad van de kool met een fles of deegroller tot het sap eruit komt (ze hoeven niet tot moes). Leg het blad vervolgens op de zieke of pijnlijke plek en dek het af met een katoenen lapje. Laat de omslag 1 tot 2 uur liggen alvorens het te verversen. Het kan soms een goed idee zijn om de bladeren even boven stoom te houden. Dan worden ze wat zachter en zijn ze makkelijker op te brengen. Het spreekt voor zich zuurkool, bloemkool en rode kool zich niet lenen voor dit soort activiteiten. Alle andere soorten kool wel. Een koolomslag van witte-, groene- savooie- of spitskool kun je inzetten bij:
open been*
bloeduitstortingen
blauwe plekken
eczeem
kneuzingen
pokken, roodvonk
amandelontsteking
amandel zwelling
gezwollen lymfklieren
hoofdpijn
voorhoofdsholteontsteking
littekens
gordelroos
gangreen
fijt
aambeien
spit
* Bij een open been kun je de kool eerst een tijdje in olijfolie leggen alvorens ze op te brengen.
Koolpakking
Een pakking van kool maak je door de kool fijn te snijden en 15 minuten zacht te koken met een uitje en wat tarwezemelen of gerstevlokken. Deze moes iets laten afkoelen en opbrengen. Afdekken met een laag vette watten en vastzetten met een rekverbandje. Een pakking kun je inzetten bij:
bloedvergiftiging
steenpuisten
reumatische pijnen
Koolsap
Sap van kool kun je zowel inwendig als uitwendig toepassen. Koolsap kun je, als je een sapcentrifuge hebt, zelf maken of kant en klaar kopen in een natuurvoedings- of reformwinkel.
Uitwendig gebruik je puur koolsap. Voor inwendig gebruik kun je het sap (om de smaak wat op te halen) eventueel mengen met wortelsap of citroensap. Drink hiervan 2- 4 glazen per dag.
Inwendig gebruik bij:
artritis
gevolgen van alcoholisme
maag-darm stoornissen
ontsteking maagslijmvlies
maagzweer
chronische verstopping
kleine nierstenen
bloedarmoede
Uitwendig gebruik bij:
impetigo
winterhanden en -voeten
rode en geïrriteerde ogen
insektenbeten
Inwendig én uitwendig gebruik bij:
acné
abcessen
De werking van kool
Kool trekt uit het lichaam wat er niet in hoort. Zo trekt hij water uit opgezette gewrichten, hitte uit een ontsteking en gif en ziektestoffen uit het bloed. Tegelijkertijd geeft kool levenskracht aan het organisme terug. Kool werkt door de huid heen op dieper gelegen organen. Ze doet dit als een soort trekpleister, die al het ongewenste naar de oppervlakte trekt. Bovendien werkt kool ook nog desinfecterend.
Gewoon even opletten hoe de kool eruit ziet na verwijdering. Is de kool bijna verpulverd, dan heeft het hitte uitgetrokken; is het nat, dan onttrok het water aan de betreffende plaats. Ruikt het daarentegen vies, dan werden er gifstoffen aan het organisme onttrokken.
Welke kool?
De werking van groene kool is het meest effectief. Dat neemt niet weg dat witte kool, savooiekool en spitskool ook goed werken. Boerenkool, zuurkool, spruitkool, rode kool en bloemkool zijn niet te gebruiken in dit verband. Koop bij voorkeur biologische kool en gebruik haar zolang ze nog vers is. Verlepte bladeren hebben geen geneeskracht in zich.


Familie: - kruisbloemigen Kolen: Brassica oleraceaeSoorten:- Langedijker (meest toegepaste), Roem van Enkhuizen, Minicole, Bartolo,...
Oorsprong: Deze gaat terug tot 600 jaar voor Christus. Middellands zeegebied en Europa. Wilde kool word nog steeds aangetroffen op kalkrijke plaatsen (rotsgebergte van Engeland).
Teelten:
- Weeuwenteelt en vrijsterteelt kent mindere toepassingen.
- Herfstteelt word dan weer eerder aangewend om zuurkoolbereidingen.
- Soms ook aangewend als dierenvoeding.
Als plant 2 jarig: Het eerste jaar verkrijgen we de eetbare kool, waarna hij het jaar erop in zaad zal schieten. Uiteraard wordt de plant bijna steeds als eenjarige gekweekt.
Bemesting voor het zaaien of planten:
Daar de planten zeer lang op het veld blijven staan, behoeven zij veel meststof.
Een goede bemesting met stalmest (liefst 2 jarige minstens) en of samengestelde korrel is hier zeker op zijn plaats.
Goede NPK-waarden voor korrelmest is N12,P10,K18. Vooral kalium is belangrijk, daar deze zorgt voor de goede smaak en voor de bewaring van de kool.
Voorzie tevens een goede compostgift alvorens te beginnen planten. Geef per plant een handvol zeewierkalk en vermeng het met de plantgrond. Een hoge pH-waarde is dan ook een echte aanrader bij kolen.
Zaaien: Kan vanaf maart onder glas of binnen:
Twee zaden per perspotje planten en vervolgens de sterkste behouden.Afharden eind april en begin mei uitplanten in volle rond.
vanaf midden maart ter plaatse zaaien: 6 zaden de strekkende meter ----> uitdunnen ---> ter plaatse laten uitgroeien.
Ofwel uitzaaien met de losse hand op een zaaibed en nadien verspenen.---> Verspenen gebeurd dan eind mei.
Zaaidiepte = 1 cm diep. Op voorhand weken van de zaden, versnelt de kieming met enkele dagen. ---> normale kiemduur = 8 dagen.
Zaad kan zelf genomen worden: doch let hier wel op kruisbestuivingen en hybriden. ---> je kan kruisbestuiving tegengaan door een stok aan te binden tegen de stengel van de kool en vervolgens een plastiek zak over de bloeiwijze te doen en onderaan dicht te binden. Hybriden geven slecht of geen zaad.---> Dit zaad heeft trouwens niet dezelfde kenmerken meer als de "moederplant".
Pas warmtebaden toe voor zelfgewonnen zaad, ontsmetten dus ! (tegen schimmels).
Uitplanten: Plantgat met schop maken en voorzien van de nodige nutriënten zoals hierboven beschreven. Vervolgens de plant er in zetten, en aangieten met een overvloedige waterbeurt.
Behoud een afstand tussen de planten van 50 cm en tussen de rijen 60 cm. Planten gedijen best op een zware klei en of leemgrond.
Oogsten: Naargelang de grootte van de kool en of mogelijkheid van scheuren.
Volgens periode van aanplant.
Oogst zeker bij vorstperiode, anders leid dit onherroepelijk tot rotting tijdens het bewaren. (Rode kool).
Tips die van belang kunnen zijn in de plantopvolging:
Zet koolplantjes zoveel mogelijk op een Noord - Zuid richting ---> Dit geeft een veel snellere opwarming van de bodem en een volledige lichtbenutting wat van levensbelang is voor de kool.
Pas een teeltwissel toe van 1 op 4.
Zodra de kool begint te vormen, kan je best de stengel aanaarden. ---> Geeft betere steun en bescherming, vooral voor kool die de winter doormoet en het werkt tevens als onderdrukker van onkruid .
Ros of geel blad, kan een gevolg zijn van meststof tekorten. ---> - Een goeie bemesting is hier dan zeer belangrijk. (N2).
Plantjes die achterblijven in groei zouden mogelijk aangetast kunnen zijn door knolvoet. ---> Zo snel mogelijk verwijderen en niet composteren.---> Slijmzwam blijft actief in de bodem. (wisselteelt toepassen).
Geef alleen water indien vereist. ---> De wortels moeten zoveel mogelijk diepgang maken en te veel watergiften leiden tot een oppervlakkig wortelgestel.
Laat geen afgesneden stengelresten nodeloos op het veld staan. ---> - Deze kunnen enkel voor ziekten zorgen.
Belagers en ziekten:
- Aaltjes (Heterodera schachtii).
- Aardvlooien (Phyllotreta). ---> - Geringe schade aan jong blad meestal.
- Bacterieziekten in het algemeen.
- Bladvlekkenziekte (Mycosphaerella brassicola).
- Knolvoet (Plasmodio phora brassicae) ---> - Wisselteelt toepassen.
- Koolgalmug (Contarinia nasturtii) ---> - Doek toepassen.
- Koolvlieg (Delia brassicae) ---> - Doek of koolkragen toepassen.
- Melige koolluis (Brevicoryne brassicae) ---> - Spuiten is enige oplossing.
- Rupsen ---> - Toepassen bio-gif tijdens vervellingsfase, doelgericht en onschadelijk voor andere dieren.
- Slakken ---> - Slakkenkorrels, omgedraaide lege appelsienen ---> - slakken komen naar het zoet.
- Spikkelziekte: (Alternaria brassicae) ---> - Bruine vlekken, met rode ringen ---> - Spuiten.
- Stengelboorsnuitkever (Ceuthorrynchus quadridens) ---> - bestrijden met zaadzaaibehandeling.
- Valse meeldauw (Peronospora parasitica) ---> - Brengt weinig schade met zich mee hier.
- Witte roest: (Albugo candida) ---> - Koop resistente soorten
- andere.
Keukentoepassingen:
Witte kool kan op verscheidene manieren bereid worden:
In tomatensaus met gehakt (mediterraans).
In melksaus (kaas).
Rauw *
Zuurkool
Zuurkool recept: Bladeren fijn snijden en met 1,5 % zout voorzien t.o.v. de hoeveelheid kool. Hiervoor worden speciale potten gebruikt over 't algemeen, daar de zuurstof moet kunnen verwijderd worden.---> Daarna gaan de melkzuurbacteriën hun werk doen en de kool omzetten tot de befaamde zuurkool. Na 7 à 8 weken is de zuurkool op zijn best.
Rode kool word eerder met appelen gestoofd + bruine suiker en een beetje azijn.
Weetje: * witte of rode rauwe kool in het algemeen zou naar het schijnt vele chemische en carcinogene stoffen bevatten. ---> Eet daarom eerder gekookte witte of rode kool.
Bewaring van de kool gebeurd best onder koele omstandigheden zoals in een kelder.
De typische koolgeur tijdens het koken, wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van H2S of zwavelverbindingen.
Geneeskundig gezien:
heeft de kool een enorme grote hoeveelheid vitamine A, C (44 mg) in zich.
Kool heeft vele mineralen zoals ijzer, fosfor (30mg), kalium (200mg), jodium, calcium (30 mg), koper in zich.(per 100gr. gerekend).
Zou goed inwerken op darmgestel, bloedzuiverend, en bloedspiegel.
Een goede dieetgroente daar zij weinig calorieën bevat. (± gemiddeld 15 Cal./100gr.)
Bevat vezels.
Sinds de oude tijd werden koolbladeren aangewend om wonden makkelijker te laten helen.
Kortom: een groente boordevol mineralen en vitaminen, die niet veel plaats inneemt in de tuin. Het is de goedkopere typische wintergroente die niet mag ontbreken op ons menu!
Tomaten kweken
Het zaaien van tomatenplanten gebeurt altijd in een zaaibakje binnenshuis of in een verwarmde kas. Je kunt zaaien vanaf februari/maart tot en met april. De zaden doen er bij 20 graden Celcius ongeveer 10 dagen over om te kiemen. Na het opkomen van de zaailingen worden ze in potjes gezet (nog steeds in een verwarmde ruimte). In mei/juni kun je de planten in een kas of op een warme, beschutte plaats hun definitieve plekje geven. Het wordt dan ook tijd om de planten met een stok te steunen anders vallen ze al snel om en lopen de vruchten de kans om te gaan rotten als ze op de grond liggen.
Tomatenplanten moet je onderhouden. Na ongeveer 4 vruchttrossen moet je de top eruit halen, anders blijft de plant doorgroeien en worden er maar kleine vruchtjes gevormd. Verder komen er in de oksels van de bladeren nieuwe uitlopers, de zgn. dieven. Ook die moet je wegnemen.
De tomaat komt net als paprika en aardappels uit Zuid-Amerika. Tomaten houden van warmte en een goed bemeste grond. Ze schijnen een voorkeur te hebben voor elk jaar dezelfde standplaats maar als je wisselteelt toepast, is dat een beetje lastig. Als je de planten in de tuin zet, hou dan de eerste tijd de jonge vogels in de gaten. Die kunnen het soms niet laten om de bladeren eraf te trekken, zodat je alleen nog maar een paar stompjes over hebt! Met vier bamboestokjes en wat folie of doek eromheen kun je de plantjes beschermen tot ze wat groter zijn.
Ziekten en plagen
Afgezien van vogelvraat kunnen tomaten van ziekten last hebben. Toch heb ik er zelf nog niet veel problemen mee gehad. Door de combinatie met peterselie of basilicum hoop ik in elk geval de meeste ziekten te ontlopen.
Toch is er 1 ding dat je planten snel zal bedreigen, vooral de planten die in de open lucht staan: teveel nattigheid. Regenperioden zorgen ervoor dat de gevreesde aardappelziekte snel de kop opsteekt. De bladeren worden bruin tot zwart en ook de vruchten worden aangetast. De schimmel die dit veroorzaakt, steekt vaak van naburige aardappelvelden over en in een paar dagen tijd kunnen alle tomatenplantjes het loodje leggen. Je kunt 2 dingen doen: 1. zorgen dat de planten onder een afdak staan als het veel regent. Dit is natuurlijk vooral een oplossing voor potplanten.2. preventief spuiten met een middel tegen aardappelziekte - dit is voor tomatenteelt in de open lucht het beste.
Onze eigen ervaringen:
Over drie soorten kunnen we de komende tijd nog veel vertellen, want die kweken we dit jaar zelf:
Tomaat Harzfeuer F1 (merk Sluis Garden), geschikt voor zowel de kas als de vollegrond. Het zijn rode tomaten die bestand zouden zijn tegen tomatenziekten.
Tomaat Goldene Königin (zelfde merk), ook zowel kas als volle grond. Dit zijn gele tomaten. Nog nooit geproefd, ben er zeer benieuwd naar...
Tomaat Minibel (ook zelfde merk), mini-tomaatjes voor grote bloempotten op terras of balkon - in ons geval op het terras.


Welke tomaat voor welk gebruik?Hoeveel soorten trostomaat kun je tegenwoordig vinden? Met welk soort van tomaat maak je best tomaat-garnaal, tomatensaus of tomatensoep? Welke soort gebruik je best voor een slaatje met mozzarella of een halve tomaat in de oven? Is een langwerpige tomaat hetzelfde als een ronde? En in welk type vindt u het meeste lycopeen?
Het nieuwe seizoen van de inlandse tomaten is gestart en in de groenterayon mag u meteen uitkijken naar drie opvallende nieuwigheden. Ze brengen het aantal tomaattypes met het Flandria-keurmerk op vijftien.
De vijftien types Flandria-tomaat (in het vakjargon van producenten en handelaars spreken ze over segmenten) hebben elk hun eigen vorm. Ze zijn lang niet allemaal rood en ze hebben ieder een specifiek gebruik in de keuken. Om door de bomen het bos te blijven zien, leest u hieronder een minigids over de vijftien types en over de lekkerste manier om ze te gebruiken.
De vijftien tomaattypes van Flandria hebben drie zaken gemeen: ze worden geteeld door lokale producenten (familiebedrijven) en combineren een milieuvriendelijke teeltwijze met een onberispelijke kwaliteit.
De drie nieuwkomers van 2007
Flandria Ministar LycoPlus: onder deze naam kunt u voortaan een tomatentros met 7 tot 9 kleine cocktailtomaatjes vinden (ze zijn iets kleiner dan de andere Ministars). Ze hebben allemaal een gehalte aan lycopeen dat dubbel zo hoog ligt als bij een klassieke tomaat. Lycopeen is een krachtige antioxidant. Het helpt ons beschermen tegen onder meer kanker in het hoofd- en halsgebied, de slokdarm, de maag en de prostaat en het speelt ook een rol in de vertraging van de ziekte. De LycoPlus tomaatjes laten zich gewoon uit het vuistje eten.
Flandria Sweet Pink: dit voorjaar maakt België kennis met de roze tomaat. Sweet Pink is de naam van een losse tomaat met een opvallend roze kleur (ook binnenin) en een iets zoetere smaak.
Flandria Torrito: deze vurige naam staat voor een tros van negen minitomaatjes (elk zo’n 22 g). Ze hebben een geblokte pruimvorm en dat onderscheidt ze duidelijk van andere minitomaatjes. De smaak is zalig zoet en bovendien ogen de kroontjes en de steeltjes frisgroen. Verleidelijk gezonde snoepjes, dus.
De losse tomaten
Flandria Baron: de traditionele Belgische vleestomaat! Deze losse en stevige tomaat is nog altijd één van de meest geteelde en meest gewaardeerde types in ons land. Ze heeft binnenin een meerhokkige structuur en veel sappig vruchtvlees.
Flandria Prince: ook een losse tomaat maar kleiner dan Baron en met een bijna perfect ronde vorm. De kleur is dieprood. De Prince is één van de tomaten die u het langst kunt bewaren (niet de koelkast, wel bij 12° tot 15° C!).
Flandria Prunella: dit type kunt u zowel los als in een trosvorm aantreffen. De tomaten hebben een langwerpige pruimvorm en doen denken aan de typisch Italiaanse “saustomaten”. De Flandria Prunella’s hebben echter vast vruchtvlees en een volle smaak.
De trossen
Flandria Princess: deze naam staat voor de grootste trostomaat in het gamma. Elke tros telt 4 tot 5 vruchten. Ze koppelen een dieprode kleur aan een appetijtelijke glans en een lange houdbaarheid.
Flandria Pittoresk: deze tros heeft ook 4 tot 5 vruchten maar die zijn wat kleiner van formaat (ze worden meestal omschreven als “middelgroot”). Ze zijn eveneens lang houdbaar en hebben een lange nasmaak in de mond.
Flandria Elite: de Elites zitten met 5 tot 6 vruchten stevig vast aan een mooi groene tros. Ze zijn de kleinste van de klassieke trostomaten en hebben een fijner maar sterk glanzend velletje.
Flandria Prunella: zie boven. In trosvorm biedt dit type vijf vruchten per tros.
De mini’s
Flandria Ministar: binnen het Flandria-aanbod van minitomaten vormen de Ministars de grootste. Het zijn echte cocktailtomaatjes en ze hangen met zeven vruchten aan een tros met een mooie visgraatvorm. Ze geuren heel aromatisch, hebben een dieprode kleur en smaken vrij zoet.
Flandria Eleganto: de Eleganto’s (ook bekend als mini San Marzano) zijn losse minitomaatjes die zonder kroontje geoogst worden. Ze hebben een vruchtgewicht van ongeveer 30 gram en vallen vooral op door hun langwerpige, ingedeukte vorm en hun fris aroma. Ze hebben een duidelijk mediterrane look en smaken stevig door.
Flandria Ti Amo: deze nieuwe naam vervangt de vorige benaming Miniprunella. Ti Amo staat voor een decoratieve tros met zeven tot negen elegante pruimtomaatjes in miniatuurvorm. Ze geuren erg fris en hebben een eerder zoete smaak. Lang houdbaar.
Flandria Bellino: de kleinste en zoetste mini’s in het Flandria-assortiment. Geen tros maar losse tomaatjes met een gewicht van ongeveer 15 gram. Ze zijn best te omschrijven als kerstomaatjes met een pruimvorm. Dank zij hun stevig en knapperig velletje blijven ze, net als de Ti Amo’s, lang houdbaar.
De speciaaltjes
Flandria Coeur de Boeuf: deze zuiderse tomaat par excellence heeft een vaste stek in de Belgische tuinbouw veroverd. Ze lijkt een beetje op een geribde peer en ook haar kleur wijkt af. Bij het rijpen kleurt ze immers van binnen naar buiten toe en daarom wordt ze halfrood en halfgroen geoogst.
Flandria Kumato: de bruine tomaat! Zowel aan de binnen- en als de buitenkant is de Kumato bruin. Ze koppelt deze opvallende kleur aan een perfect ronde vorm, een pittige smaak en stevig vruchtvlees.
Hoe herken ik de verschillende types?
Bij tomaten in kleine verpakking (een doosje of een schaaltje van 250 tot 500 g) vindt u het Flandria-keurmerk en het type vermeld op het etiket. Het gaat hier dan meestal om minitomaten.
De Flandria Ministar LycoPlus tomaat is te herkennen aan een duidelijke stempel “Lyco+” op het etiket op de folie rond het schaaltje.
Bij de grotere tomaten (losse vruchten of trossen) kunt u het type meteen herkennen als het in de winkel wordt aangeboden in de oorspronkelijke Flandria-verpakking. In dat geval ziet u het Flandriakeurmerk en de vermelding van het tomaattype op de kaart die aan de kist hangt, op de kartonnen doos, op het tussenvel of het inlegvel of nog op het schaaltje (voor afzonderlijke trossen).
Flandria Elites zijn dan weer goed te herkennen aan een labeltje aan het steeltje van de tros. De herkenning wordt wat moeilijker als de grotere tomaten in het groenterek in bulk aangeboden worden. Als de staander of de kaart op het rek niets vermeldt, dan zal de vorm van de tomaat meestal raad brengen. Een Baron, een Sweet Pink, een Prunella, een Torrito, een Kumato of een Coeur de Boeuf bij voorbeeld haalt u er meteen uit!
Paprika kweken
Eigenlijk is dit vooral aan te raden als je een kas of verwarmde serre hebt want de planten zijn niet zo geschikt voor ons wisselvallige klimaat. Wind, regenperiodes en vooral de temperatuurschommelingen zorgen ervoor dat je ze beter niet buiten kunt uitplanten, tenzij je ze heel beschut kunt wegzetten. Heb je geen kas, dan kun je ook in emmers kweken. Een voordeel is, dat je die buiten kunt zetten als het weer het toelaat. Een paar dingen kun je in de gaten houden:
1. de temperatuur
De temperatuur is heel belangrijk. De zaden kiemen bij een temperatuur tussen de 22-25 graden. In de vensterbak is dat geen probleem meestal. Tot het verspenen houden we de temperatuur tussen de 20-23 graden en daarna moet het steeds tussen de 16 graden 's nachts en 22 graden overdag blijven. Dat klinkt heel lastig als je geen kas hebt. Trouwens, met die kas is het ook uitkijken. Niet te vroeg uitplanten als de grond nog te koud is, want dan krijgen ze voetrot of een groeistilstand. Meestal plant men na 1 mei de jonge plant in de kas uit. Wij deden het zo: opkweken in de vensterbank. Bij slecht weer (regen begin mei) staan ze daar warm genoeg. Bij mooi weer wordt het daar 's middags te warm (vast hoger dan 25 graden). Je ziet je plantjes dan helemaal slap gaan hangen. Zodra de volle zon daar 's middags komt en het te warm wordt, verhuizen de planten naar de bijkeuken waar het koeler en schaduwrijker is of we zetten ze buiten onder de parasol. Het mag dan niet te hard waaien (kunnen ze niet tegen) en ze mogen ook niet in de volle zon (gaan ze ook slap hangen). Tot op heden gaat het goed, maar het is eigenlijk een echte kasplant.
2. Grond en bemesting
Zaaien gebeurt in een mengsel van 4 delen potgrond en 1 deel mager zand. Wij namen zelf potgrond en daar staan ze nog steeds in. Dat gaat ook dus. Als je niet te dik zaait, kun je het verspenen zo lang mogelijk uitstellen, Bij ons duurde het lang voor het zaad opkwam en het lukte zeker niet allemaal. Dat schijnt normaal te zijn. Bij ideale omstandigheden komt 70 % van het zaad ongeveer op. Vanaf maart kun je ze al zaaien, binnenshuis natuurlijk.
Verspenen gebeurt in gewone potgrond en pas als het eerste bloempje verschijnt, mogen de planten de kas in, mits de grond tot 15 graden is opgewarmd. In de kas worden ongeveer 3 planten per vierkante meter uitgeplant. Je kunt dus ook in potten of emmers kweken en het beste is dan een mengsel van 2/3 potgrond en 1/3 turf. Let er bij het overplanten steeds op dat je de kiembladeren boven de grond houdt, anders krijgen ze last van schimmels en voetrot.
Qua bemesting is er veel overeenkomst met tomatenplanten. Ook voor paprika's zijn voldoende stikstof en kalium belangrijk. Er moet daarbij een juiste verhouding tussen stikstof, kalium en magnesium zijn om de planten gezond te houden en tevens voor goede vruchten te zorgen. Teveel stikstof veroorzaakt een te weelderige bladgroei en dat gaat ten koste van de vruchten. Het is dus zaak om de juiste meststof te gebruiken. Een NPK-verhouding van 12+8+18 is belangrijk (12 delen stikstof, 8 delen fosfor en 18 delen kalium). Dit is als samengestelde meststof te koop en je kunt er de kasgrond vooraf mee bemesten. Er wordt ook bekalkt, dit kun je ook vooraf doen maar niet tegelijk met de andere meststof. Daarna zul je tijdens de groei en vruchtafzetting ook regelmatig moeten bijmesten. Dit kan in het gietwater.Wie in potten kweekt, kan sowieso vloeibare meststof gebruiken in het gietwater. Kies een kaliumrijke meststof en gebruik daarvan ongeveer 2 gram per liter gietwater steeds als je de planten water geeft. Pokon voldoet niet, die heeft te weinig en niet de juiste verhouding van de meststoffen. Maar als je kunt de kaliumrijke meststof in elk geval ook voor je tomatenplanten gebruiken, dus da's mooi meegenomen.


Zaaien

Wat betreft de zaadkeuze kunnen we ons beperken tot de zaadvaste rassen. In tegenstelling tot bij tomaat waar de veel duurdere hybriderassen wel te verantwoorden zijn is er bij parika een gering produktieverschil tussen hybriderassen en andere rassen, althans voor de liefhebber. het voordeel van zaadvaste rassen is ook dat we gemakkelijk zelf zaad kunne opdoen. Haal uit een rijpe vrucht de zaadlijsten, tracht deze zoveel mogelijkt spoelen in water en en laat deze onmiddelijk op een stuk krantepapier in een droge ruimte opdrogen

Temperatuur (ideaal)
J nachttemperatuur
R dagtemperatuur
KIEMING
22-25° C
22-25° C
TOT VERSPENEN
20° C
23° C
TOT OPEN ZETTEN
18° C
20-21° C
TIJDENS AFKWEEK
16° C
22° C

De zaaigrond bestaat uit 4 delen potgrond en 1 deel mager zand. Dit wordt dan goed bevochtigd en opgewarmd tot een temperatuur van 23° C. Het zaaien gebeurt door het zaad bovenop te verspreiden, water te geven met lauw water en af te dekken met een dun laagje mager zand. Het geheel gaan we afdekken met een glasplaat. De glasplaat zorgt voor een voldoende hoge temperatuur en belet tevens dat het zaaisubstraat gaat uitdrogen. Direkt nadat de zaden beginnen te kiemen wordt de glasplaat verwijderd. Water geven gebeurt nu met een verstuiver. Eenmaal de kiemblaadjes volledig zichtbaar hoeven wij helemaal niet zoveel water meer te geven.
Zaai niet te dik zodat we eventueel het verspenen wat kunnen uitstellen. Dit is vooral van belang wanneer we te weinig verwarmde ruimte ter beschikking hebben. Hou er ook rekening mee dat maximum 70% van het zaad bovenkomt, dit is helemaal niet te wijten aan een slechte behandeling!
Het verspenen kan gebeuren wanneer het eerste echte blaadje te voorschijn komt. Dit is zo'n 14 dagen na het zaaien. Eventueel kunnen we wachten tot het tweede echte blaadje te voorschijn komt. Wees zeer streng bij de selectie van het verspeenmateriaal. Plantjes die duidelijk kleiner zijn dan de rest gebruiken we beter niet. Ook als de kiemblaadjes wat misvormd zijn is het mogelijk dat dit een slechte plant oplevert.Het verspenen gebeurt best in potten met een diameter van 12 cm gevuld met universele potgrond. Op die manier kunnen we het uitplanten zo lang mogelijk uitstellen. Om voetziektes te vermijden zorgen we ervoor dat de kiemblaadjes bij het verspenen boven de potgrond uitkomen.
Een te lage temperatuur tijdens de opkweek zorgt ervoor dat onze planten "stilvallen". Als we de indruk hebben dat onze plantjes te bleek staan dan kan dit te wijten zijn aan te veel water. Een andere oorzaak zou kunnen zijn dat er te weinig stikstof in voorraad is. Vooral wanneer het onze bedoeling is grotere planten in plastiekpot op te kweken kunnen we dan voor voeding zorgen door bijvoorbeeld 4 gram blauwe korrel per liter gietwater op te lossen.
Goed en breed uitgegroeid plantmateriaal is belangrijk om later ook een grote plantbelasting met vruchten te kunnen aanhouden.
Het planten.
Onder glas planten we ten vroegste eind april bij zacht weer,anders wachten we best tot 1 mei. Plant niet te vroeg, want de koude kan veel meer kwaad doen dan een week later planten. Te vroeg planten kan een groeistilstand veroorzaken Een week vroeger planten in een koude periode betekent helemaal niet dat je ook een week vroeger zult kunnen oogsten. We moeten planten in een opgewarmde grond, dit betekent een minimale grondtemperatuur van 15° C. Houden we dit niet in acht dan stijgt de kans op wortel- en voetziektes.
Als er geen andere gewassen in de kas aanwezig zijn kunnen we dit bekomen door de ramen enkele dagen volledig dicht te houden. Andere mogelijkheden zijn : de grond afdekken met plastiek, werken met een broeiveur of planten op een heuveltje. Een plant is plantklaar als het eerste bloempje duidelijk te zien is.
We streven naar een plantdichtheid van 2,5 tot 3,5 planten per m2, dit hangt ervan af of we kiezen voor het tweestengelsyteem of driestengelsysteem. Bijvoorbeeld 80 cm tussen de rijen en 50 cm in de rij of 70 cm tussen de rijen en 40cm in de rij.
De potkluit moet bij het uitplanten goed vochtig zijn, want de plant moet de eerste dagen hieruit zijn reserves gaan putten. Draag er zorg voor dat er geen wortelbreuk is bij het uitplanten.
We letten er op dat de bovenkant van de potkluit niet bedekt wordt met serregrond, daardoor stijgt de kans op voetziektes. De kiemblaadjes mogen dus zeker niet onder de grond terechtkomen.
Om het aanspoelen van de grond en de inworteling te bespoedigen gieten we aan met water van ongeveer 20° C.
Ook is het mogelijk om paprika's in emmers te kweken, met daarin een mengsel van potgrond (2/3) en turf (1/3). We werken dan altijd met twee stengels per plant ( te geringe groeikracht). Dan is het zeer belangrijk bijna dagelijks water te geven in een hoeveelheid, afhankelijk van het weer. Dan moeten we in ieder geval meststoffen oplossen in het gietwater.